Basisvaardigheden van het wielrennen

Gepubliceerd op 26 mei 2021 om 14:32

Nu ik startte als wielercoach voor beginnende en minder ervaren recreanten en trainingen geef rond de ‘basis’, krijg ik regelmatig de vraag wat dat nu precies inhoudt. Misschien toch interessant om even die basisvaardigheden en -technieken nader toe te lichten.

Basisvaardigheden en -technieken? Ik kan toch al fietsen?!

Hoe jonger je start met wielrennen, hoe sneller je de juiste fietsvaardigheden en -technieken onder de knie krijgt en deze een tweede natuur worden. Maar vaak starten we pas op latere leeftijd met wielrennen (mezelf incluis: ik startte pas op 19-jarige leeftijd). Zeker nu het wielrennen de laatste jaren in de lift zit, springen we met z’n allen op de koersfiets. En aangezien we allen ooit leerden fietsen en misschien af en toe eens met de stadsfiets op de baan gaan, denken we dat we een volleerde wielrenner zijn. Helaas…

Velen denken dan ook dat fietsen gewoon maar wat trappen is. Maar niets is minder waar. Niet alleen startende wielrenners weten vaak niet hoe of wat, maar evengoed ervaren recreanten maken nog fouten tegen de basisprincipes. En éénmaal fout aangeleerd, is het achteraf veel moeilijker om deze fouten af te leren.

Basisvaardigheden en basistechnieken onder de knie krijgen tijdens trainingen 'start to wielrennen'.
  1. Op de fiets stappen en in de klikpedaal klikken. Lijkt eenvoudig, maar velen houden hun fiets niet correct vast of plaatsen hun handen verkeerd. En hoe moet dat startbeen nu juist staan? Wat is mijn startbeen trouwens?
  2. Uitklikken en afstappen. Gegarandeerd dat je al eens tegen de straatstenen lag omdat je niet op tijd uit die klikpedaal raakte.
  3. Versnellen en afremmen. Moet ik schakelen voor of na het versnellen? En remmen? Met de voorrem of toch maar die achterrem? Welke is de voorrem dan wel: rechts of links?
  4. Het juiste verzet kiezen. Wanneer moet ik precies schakelen? Men zegt dat ik kleiner moet trappen, maar wat bedoelt men juist?
  5. Mijn handen correct plaatsen op het stuur. Op een koersstuur kan je op 3 verschillende manieren jouw handen plaatsen. Maar wanneer gebruik je welke positie? En moet ik dan ook met 1 hand kunnen rijden? Liefst wel ja, want wat doe je anders als je wilt drinken?
  6. Bochten nemen. Aan welke snelheid moet ik mijn bocht nemen? Ga ik niet uit de bocht vliegen? Wanneer moet ik dan remmen? Moet ik wel remmen?
  7. Uit het zadel fietsen. Eventjes recht op de trappers staan kan wonderen doen voor de benen of de onderrug. Maar het is vooral heel erg handig bij het klimmen of bij het versnellen.
  8. Een hindernis overwinnen. Het voorwiel kunnen opheffen is onontbeerlijk als je veilig met de fiets wil kunnen rijden. Een put in het wegdek, een boordsteen, een tak op de baan… je zou versteld staan hoeveel ‘hindernissen’ je tegen komt op Vlaamse wegen.

Al deze vaardigheden en technieken kunnen individueel geoefend worden. Een volgende stap is dit alles toe te passen als men in groep rijdt. In groep rijden heeft weliswaar heel wat voordelen, zeker als je in het wiel kan kruipen: je verspeelt minder energie, je kan je uit de wind zetten… maar houdt ook heel wat gevaren in: beperktere zichtbaarheid waardoor je steeds alert moet zijn, een hogere snelheid, een onverwacht manoeuvre van jouw voorganger…

Het lijkt misschien allemaal eng en moeilijk, maar als je eenmaal al deze vaardigheden en technieken onder de knie hebt, krijgt jouw zelfvertrouwen een enorme boost! Zo wordt fietsen alleen nog maar genieten…

 

Beheers jij al deze vaardigheden en -technieken al? (Dan ben je waarschijnlijk een profrenner.😉)

Wat heb jij nog bij te leren? Wat zijn jouw werkpuntjes? Laat gerust een reactie achter.


Reactie plaatsen

Reacties

Ingrid Callant
3 jaar geleden

Is dus echt een must om deze basis-technieken te kennen en te kunnen ! Hopelijk zien veel renners dit in . Succes 👌😘

Callant Guy
3 jaar geleden

Het onder de knie hebben van de basistechnieken is inderdaad belangrijk om op een veilige manier met de koersfiets op de baan te gaan.